dinsdag 15 september 2009

De Vliegenzwam en haar collega's

Wie kent ze niet? De Vliegenzwam, rood met witvliegenzwamte stippen. Maar ook al die andere mooie paddenstoelen die in het najaar kleur geven aan onze bossen en lanen. Velen worden geboeid door hun plotselinge verschijning op onverwachte plaatsen.  Natuurliefhebbers en wandelaars genieten van hun vormenrijkdom en kleurenpracht. Voor fotografen en tekenaars vormen ze een bron van inspiratie; voor mycologen een onuitputtelijk onderwerp van studie. We zouden ze niet willen missen; paddenstoelen horen bij de herfst als ontluikende bomen bij de lente.

Nuttige bosbewoners

Paddenstoelen staan er niet alleen ter decoratie. Ze zijn de vruchtlichamen van omvangrijke zwamvlokken die, voor onze ogen onzichtbaar, nuttige werkzaamheden verrichten. De meeste soorten zijn afvalopruimers die afgevallen bladeren, hout, mest en andere organische bestanddelen afbreken tot humus en mineralen. Zo komen voedingsstoffen voor plant en dier weer terug in de stofkringloop. Andere zwammen omspinnen levende boomwortels. Ze voorzien de bomen op efficiënte wijze van water en mineralen en dragen op die wijze bij tot de instandhouding van het bos. Sommige paddenstoelen groeien op verzwakte, maar nog levende bomen. Zij dragen bij aan de natuurlijke dynamiek in het bos en het ontstaan van open plekken.

Bedreigingen

In Nederland groeien bijna 4000 soorten paddenstoelen. Helaas gaat het met veel soorten niet goed. Sommige zijn geheel verdwenen, andere veel zeldzamer geworden, bijvoorbeeld de bekende Hanenkam of Cantharel. Deze paddenstoel staat met Hanenkam 1654 andere soorten op de Rode Lijst van bedreigde en kwetsbare paddenstoelen in Nederland. Een belangrijke oorzaak voor de achteruitgang is lucht -verontreiniging, die verzuring en vermesting van bosbodems tot gevolg heeft. Andere factoren zijn onder meer verdroging en biotoop vernietiging. Ook het beheer van bossen en lanen kan nadelig zijn voor paddenstoelen, bijvoorbeeld door het achterwege laten van het maaien van bermen en door het verwijderen van groot dood hout uit bossen.

@IVN Natuurgids

vrijdag 11 september 2009

Lelietje-van-dalen met bessen

Het lelietje-van-dalen wordt vaak in tuinen gekweekt. In mei lelietjevandalenvruchtstengelverschijnen de zoet geurende witte klokjes, die geliefd zijn in  boeketjes. Minder bekend is dat het lelietje een wilde plant is, die in de bossen veel voorkomt. Het groeit met ondergrondse uitlopers en weet zo grote oppervlakten te veroveren. In deze tijd van het jaar zijn de bessen rijp. Ze zijn vuurrood en vallen daardoor erg op. Pas op dat kinderen ze niet eten: het lelietje is giftig!

@IVN Natuurgids

donderdag 10 september 2009

Speur eens naar gallen

De vele soorten gallen op de eiken bieden een mogelijkheid vGallen 008oor een aardige herfstspeurtocht door bos of park. De gallen zijn misvormingen van bladeren, takken of bloemen, veroorzaakt doordat een galwesp er een ei in legde. Al naar de soort wesp die ze veroorzaakt, hebben gallen een eigen vorm: erwten, napjes, knikkers, knoopjes, roosjes, noem maar op. Bladeren met gallen zijn gemakkelijk te drogen (niet in een boek!) en als verzameling te bewaren.

@Natuurgids

Hazelnoten Rijp

De hazelaars laten hun noten vallen. Meestal zit het rafeliHazelnootge   schutblad er nog omheen. De noten zijn goed eetbaar, maar hebben enige tijd nodig om na te rijpen. De lekkere hazelnotensmaak hebben ze pas over een maand. Veel dieren lusten hazelnoten even graag als de mensen. Eekhoorns en bosmuizen verzamelen ze als wintervoorraad. De boomklever klemt een noot in een schorsspleet en hakt hem met zijn stevige snavel open om bij het binnenste te komen.

@Natuurgids

woensdag 9 september 2009

Niet stekende muggen

Langpootmug

Er vliegen nu heel veel langpootmuggen. Het zijn lange dofbruine insecten met heel lange poten en twee bruinig getinte vleugels.  Mannetjes hebben een stomp, vrouwtjes een spits achterlijf. Dat laatste is om ermee in de grond te boren bij het eitjes leggen. Uit die eitjes komen de bij boeren en tuinders beruchte meelden, dofzwarte dikke 'wormen'. Die wormen knagen de wortels af van gras en koolplantjes, die daardoor sterven. Langpootmuggen steken niet.

@Natuurgids

maandag 7 september 2009

De laatste gele plompen.

Geleplomp1

Het lijkt nog zomer. Naast de witte waterlelie prijkt op het water van de plassen nog de gele plomp. DeGeleplomp2 bloei van de laatste is nu snel afgelopen. Tussen de bladeren, die veel op die van de  waterlelie lijken, zijn steeds meer  vruchten te zien. Ze steken net boven de waterspiegel uit. Ze lijke n op groene, dikbuikige flessen. De ronde schijf met stralen op de top van de fles is in de bloem te herkennen als de stamper.

@Natuurgids

donderdag 27 augustus 2009

Rozenbottels

Rozenbottels zijn de vruchten van de Hondsroos. AIMG_0004ls ze beginnen te verwelken komen er aan de takken groepjes langwerpige  vruchtjes, gloeiend rood van kleur, met een zwart kroontje bovenop. Net kleine rode mannetjes. Binnenin die rode vruchtjes zitten zaadjes, kleine harige pitjes.

Als je ze halveert en de pitten met een mesje eruit wipt, kun je er jam van koken. En je kunt er ook thee van trekken. Dan moet je de vruchtjes zonder de pitten drogen en ze daarna zo goed mogelijk verkruimelen.

Je doet ze in een pannetje en kookt ze op in water. Daarna laat je ze nog even trekken. Zeef de thee als je hem inschenkt. Rozenbottelthee smaakt een beetje zuur, maar als je daar niet van houdt, doe je er wat honing in. Het is een heel gezond drankje, vooral 's avonds als je moeilijk in slaap kunt komen.Jeukpoeder

Van de pitjes uit de rozenbottel kun je jeukpoeder maken.

@Natuurgids

vrijdag 21 augustus 2009

Met mijn camera op vogeljacht in de Noordwaard

Het gebied behoort natuurlijk oorspronkelijk tot de Biesbosch. In het verleden is dit gedeelte ingepolderd. In 2008 is deze polder in het kader van een groter natuurontwikkeling- traject van de Noord- en Oostwaard weer aan de natuur teruggegeven.

De Noordwaard is een paradijs geworden voor vogels. Lepelaars, zwanen en zilverreigers, kluut, blauwborst, visarend, witwangstern en driepootstrandloper.

De Lepelaars, kluut, blauwborst en visarend waren vandaag niet thuis.

Wel de onderstaande vogels.

reigers

Zilverreigers

buizerd b

Buizerd

Kokmeeuw

Kokmeeuw

Zwaan

Zwaan en Zilverreiger

@Natuurgids

vrijdag 31 juli 2009

Vlindermee roept iedereen op, om morgen en zondag vlinders te tellen

IMG_0013

In België doen ze het al drie jaar, maar Nederland beleeft morgen en zondag het eerste landelijke tuinvlindertelweekend.  Organisator Vlindermee roept iedereen op om een paar keer vlinders te tellen en de aantallen door te geven via de website www.vlindermee.nl. Via die site zijn speciale telformulieren te downloaden. De weersomstandigheden lijken ideaal: warm en droog. Vlinders laten zich vooral zien op het warmst van de dag, zo tussen elf en vier uur.

Meedoen is heel makkelijk: tijdens het telweekend op 1 en 2 augustus tel je de vlinders in je eigen tuin. Het maakt niet uit of je de vlinders op een bloem hebt gezien of fladderend door de lucht. Belangrijk is wel dat je niet twee keer dezelfde vlinder telt.

Het jaar 2009 lijkt tot dusver een redelijk goed jaar te zijn voor onze vlinders. Maar om dit met cijfers te kunnen staven, zijn tellingen noodzakelijk.

Iedereen ziet wel eens vlinders in de tuin. Door de vlinders in je tuin te tellen, kan je meten hoe het met de natuur in je omgeving is gesteld. Die cijfers zijn belangrijk, want dagvlinders reageren snel op milieufactoren en klimaatverandering en zijn daarmee een goede graadmeter voor de kwaliteit van ons leefmilieu.

@Natuurgids

woensdag 22 juli 2009

Rekening van 740 euro voor weghalen teek

Wie een teek in zijn lichaam ontdekt, moet voortateekan nog maar eens drie keer nadenken voor hij daarmee naar het ziekenhuis stapt. Een 34-jarige Bredanaar moest maar liefst 740 euro afrekenen voor het laten weghalen van een teek bij de  spoedeisende hulp!

De man ontdekte, dankzij een oplettende collega, daags na een uitstapje naar de Ardennen dat een teek had toegeslagen in zijn been, zo meldt De Telegraaf.

Een snelle ingreep was noodzakelijk, luidde het advies. En dus snelde de man naar het nabijgelegen ziekenhuis in Den Bosch, waar op de spoedeisende hulp de teek binnen een minuut verwijderd was.

Eind goed, al goed. Tot de Bredanaar een maand later de rekening onder ogen kreeg van maar liefst 740,36 euro!

Toegegeven, de spoedeisende hulp is nou niet bepaalde de plek waar je moet zijn om een tekenbeet te laten behandelen. Maar de desbetreffende afdeling heeft een grote fout begaan door de man gewoon te helpen. Ze hadden hem ook naar de huisarts of huisartsenpost kunnen sturen.

Nog schandaliger is het dat een woordvoerder van het ziekenhuis tegen de krant durft te beweren dat de rekening niet abnormaal hoog is. Dan ben je volgens mij toch elk besef van realiteit kwijt! Op deze manier lopen de kosten van de zorg wel heel erg op

dinsdag 21 juli 2009

De vlinder is een graag geziene gast in de tuin

Insecten zijn niet erg populair bij tuinliefhebbers, maar de vlinder is een graag geziene gast in de tuin. De bont gekleurde dagvlinders zijn een genot om te zien. Dagvlinders zijn niet schadelijk, ze zijn zelfs nuttig in de natuur doordat ze stuifmeel overbrengen van de ene naar de andere bloem. Daarmee zorgen ze voor het voortbestaan van deze planten.

De levenscyclus van de vlinder 
Het ei (een tot drie weken, tot 8, 9 maanden bij overwintering)
De rups (gewoonlijk een tot twee maanden maar bij overwintering negen tot tien maanden)
De pop (een paar weken tot 9 maanden bij overwintering)
De vlinder (1, 2 weken tot 8 maanden bij overwintering)
Alleen in de twintigste eeuw al zijn er, van de oorspronkelijk aanwezige 70, 17 soorten dagvlinders uitgestorven in Nederland. Bovendien gaat het met 30 soorten zo slecht dat ze met uitsterven bedreigd worden. Wanneer u uw tuin vlindervriendelijk inricht is dat niet alleen een genot voor u zelf, u helpt ook mee aan het voortbestaan van vele vlinders. Er is ook een vlinderstichting in Nederland. De stichting heeft als doel behoud, herstel en bescherming van vlinders en libellen in Nederland en de rest van Europa.

De vlindervriendelijke tuin
Vlinders geven de tuin een feestelijke aanblik.IMG_0016 Wanneer u de tijd neemt om eens beter naar de vlinders te kijken valt er nog meer plezier aan te beleven want er is veel te zien aan de verschillende vlinders.

Niet iedereen heeft de mogelijkheid om de tuin optimaal aan te passen. Maar alle beetjes helpen. Het creëren van een vlindervriendelijke tuin vergt wellicht veel inspanning maar u helpt daarbij een groot aantal vlindersoorten. Voor een optimaal effect zijn een aantal aspecten belangrijk.

Ten eerste komen vlinders op bloemen af om nectar te drinken met hun lange tong. Iedere soort heeft zijn eigen voorkeur voor de waardplant en nectar. In het onderdeel vlindersoorten staat per soort aangegeven welke waardplanten en bloemen favoriet zijn.
Ten tweede is het belangrijk om de juiste planten in uw tuin te hebben. Vlinders zijn altijd op zoek naar de waardplant, die als voedsel dient voor de jonge rupsen.

Vlinders houden van zonnige plekjes, maar het mag niet te heet zijn. Ten derde is het daarom goed om als afscheiding hagen te hebben in plaats van muren en schuttingen. Hagen filteren de wind zonder de stroming totaal te blokkeren. Door een muur of schutting ontstaan er tocht en windvlagen.

Tips:
Zorg voor de aanwezigheid van nectar-planten, liefts voor elk jaargetijde.

Zorg voor waardplanten, dit zijn voedselplanten voor de rupsen.
Vlinders houden van zon, zorg dan ook voor bloemen op zonnige plekken in uw tuin.

Maak de tuin niet te netjes. Bedenk dat u wanneer u de tuin 'opruimt' waarschijnlijk ook eitjes, rupsen en poppen verwijdert. Een aantal soorten overwinteren als pop aan de planten.

Gebruik geen chemische bestrijdingsmiddelen in uw tuin.
Wanneer u op zonnige dagen (soms al in juli) uw raam of schuurdeur open zet dan bestaat de kans dat de kleine vos of dagpauwoog in uw schuur overwintert. De vlinders zitten de hele winter tegen de muur of plafond en zullen in het voorjaar weer naar buiten gaan.

@Natuurgids

zondag 19 juli 2009

Volg mij op twitter natuurgids, blijf op de hoogte over het laatste nieuws en tips over de natuur



    follow me on Twitter



    Waarom Latijnse namen voor planten?

    Alle planten hebben Latijnse, of beter gezegd een wetenschappelijke naam. De belangrijkste reden hiervoor is het voorkomen van vergissingen.

    De Zweedse arts en plantkundige Carolus Linnaeus (1707 – 1778) heeft een systematische methode ontworpen, waarbij elke plant ten minste twee namen krijgt. Deze namen zijn afgeleid uit het Latijn of uit het Grieks. Ook in andere delen van de wetenschap wordt gebruik gemaakt van deze dode talen.

    De regels voor de naamgeving van planten zijn internationaal vastgesteld, waardoor over de hele wereld dezelfde namen worden gebruikt. Vooral voor handel in planten ileo-mic-Populus-tremula-1511s dit natuurlijk heel belangrijk. Voorbeeld de ratelpopulier heeft alleen in Nederland al meerdere namen, trilpopulier en de esp. In Duitsland is dit de Zitterpappel of Espe of Aspe. Een vergissing is dus gauw gemaakt. Zeker als er ook nog veel andere populieren zijn. De naam populier tremula wordt door de vakmensen over de hele wereld verstaan.

    Linnaeus vernoemde ook een plantje naar z-Linnaea_borealisichzelf: het   Linnaeusklokje (Linnaea borealis). Het plantje, een kruiende groenblijver met aan iedere bloemstengel twee klokvormige, hangende bloementjes, komt niet veel voor in Nederland.

    @Natuurgids

    zondag 12 juli 2009

    Kleurrijke akkerranden.

    Vandaag een wandeling gemaakt door het boerenland. Boeren in Drimmelen hebben hun weilanden opengesteld voor wandelaars. Ze willen zo een bijdrage leveren aan de natuur, het landschap en de recreatiemogelijkheden in de streek.IMG_0010 (Medium)

    De Boeren zaaien in een brede rand van zijn akkers,een mengsel van meer dan veertig soorten bloemen, die continue bloeien, van eind mei tot oktober.

    De wandeling voert over bloeiende akkers, weilanden en grienden met een prachtig uitzicht over de polder. Waar je de buizerd, aalscholver, ree en de vos  tegen kan komen.

    @Natuurgids

    IMG_0005 (Medium)

    Wandelen door het Boerenland

    IMG_0219 (Small)

    Meer dan veertig soorten bloemen

    maandag 6 juli 2009

    Vraatsporen op bladeren van mineerders

    Als je goed oplet, ontdek je planten met bladeren waarin witte plekken zitten. Soms als een grote blaar, soms als een kronkelend lijntje. 

    Als je wat beter kijkt zie je dat op die plaatsen de gmineerdersroene bladkleurstof ontbreekt. Een blad bestaat uit drie lagen, een onder en een bovenlaag met daartussen een groene laag. Die groene laag wordt door mineerders weggevreten. De larven graven al etend gangen door de bladeren.

    Aan de vorm van de mijn is te zien om welk mineervliegje of mineermotten het gaat. Elke soort knaagt een specifiek patroon in het blad waaraan ze te herkennen zijn.

    Als je zo'n blad tegen het licht houdt kun je vaak het beestje zien. Het kan ook zijn dat je een pop ziet, of een opening dan is het volwassen dier al uitgevlogen.

    De zwarte stippeltjes in de gang (of blaar) zijn keuteltjes. Deze vraatsporen kun je op heel veel planten vinden, vooral als je er al eens mee kennis hebt gemaakt.

    @Natuurgids 6 juli 2009

    vrijdag 3 juli 2009

    Bergeend

    Vorige week namen we de wilde eend onder de loep, en net als de  meeste eenden moet die het tijdens het broeden vooral hebben van z'n perfecte schutkleur.

    Zijn de woerden uitgedost met een opvallend vjongerenpak, bij de eendjes overheersen de sobere kleuren. Dat is noodzakelijk, want meestal ligt het nest in het open veld en als de eendjes net zo bont uitgedost waren als de woerden, zouden de nesten snel geplunderd worden.

    Het vrouwtje van de bergeend is een uitzondering. Ze is net zo opvallend uitgedost als haar ega. Een schutkleur is ook niet nodig, want de bergeend broedt ondergronds in verlaten konijnenholen of diep weggestopt onder dicht struikgewas. Maar zodra de jongen geboren zijn doen ze hetzelfde als andere eenden: ze gaan linea recta op pad naar het water. Dat kan een brede sloot, een grote plas of zelfs één van onze Deltawateren zijn. Jonge bergeendjes zijn makkelijk te herkennen, omdat ze getooid zijn met een zwart-witte dons bekleding, in plaats van het geel met bruine dons pakje van andere eenden.

    Eenmaal op het water gebeurt er iets bijzonders. Jonge bergeenden uit verschillende nesten vormen grote groepen die steeds verder uitdijen. Daarbij sluiten kuikens van vbergeend_met_jongen_erschillende leeftijden zich aan. Er ontstaat een zogenaamde bergeendencrèche; net als in een echte crèche zijn er volwassenen die op de kleintjes passen. Het komt wel voor dat meer dan tweehonderd jongen onder de hoede van één enkel ouderpaar vertoeven. De naam van de bergeend is ook ontleend aan dit gedrag; afkomstig van bergen in de zin van 'onder de hoede nemen'.

    De oudervogels die hun jongen achterlaten in een crèche sluiten zichzelf ook aaneen tot grote groepen. Kort na de broedtijd begint de ruiperiode en de volwassen dieren verliezen dan het vermogen om te vliegen. Uit veiligheidsoverwegingen vormen ze grote ruigroepen die afgelegen plaatsen opzoeken om rustig deze kwetsbare periode door te brengen. In Zeeland zijn dergelijke ruigebieden te vinden in de monding van de Westerschelde en in de omgeving van het Verdronken Land van Saeftinge.

    PZC 3 juli 2009

    dinsdag 30 juni 2009

    Bij is van 't padje

    Zeeland kan een rol spelen in een experimentele aanpak van de bijensterfte, zegt de Wageningse bijenonderzoeker Tjeerd Blacquière. Hij doelt op het terugkruisen naar rassen met een natuurlijke varroaresistentie.PZ_bij

    In Zuid-Holland en Flevoland is vorig jaar bijna de helft van de bijenvolken gestorven. Verzwakking van bijenvolken door parasieten als de varroa-mijt wordt vaak als boosdoener voor de bijensterfte aangewezen. Er wordt nogal eens gedaan of varroa iets onvermijdelijks is, maar, stelt Blacquière: "In Duitsland en Frankrijk is een paar jaar onderzoek gedaan, waaruit bleek dat imkers de hand ook in eigen boezem moeten steken. Niet alle imkers zorgen even goed voor hun volken."

    Imkers houden carnica-bijen. Fokprogramma's van telers, zoals in Kreverhille in Zeeuws-Vlaanderen, zijn gericht op die soort, omdat carnica eigenschappen heeft die imkers prettig vinden. Ze zijn niet erg 'stekerig' en gebruiken weinig van het kleverige propolis. "Onze eigen inheemse bij, de zwarte honingbij, is uitgestorven. Als je niet selecteert maar de natuur zijn gang laat gaan, komen de zwarte bij-eigenschappen terug. Minder fijn voor de imker, maar misschien wel voor het voortbestaan van de soort. Propolis bijvoorbeeld is schimmelwerend. Misschien ligt de oplossing voor de sterfte in natuurlijke selectie, in survival of the fittest. Op het eiland Tiengemeten loopt zo'n experiment. Er is een aantal volkjes neergezet om te kijken of er natuurlijke varroa-resistentie ontstaat. Je hebt voor die proeven geïsoleerd liggende gebieden nodig. Zeeland zou heel geschikt zijn, als je alle imkers mee kunt krijgen."

    Over de oorzaken van bijensterfte wordt getwist, maar vermoed wordt dat neo-nicotionoïden een grote rol spelen. Blacquière: "Voor insecten is dat een soort zenuwgif. Deze stoffen beïnvloeden de prikkeloverdracht in de hersenen. Het is dus niet zo gek gedacht dat concentraties gif die nog lang niet dodelijk zijn, al effecten hebben als een slechter geheugen, verminderd oriëntatie- en leervermogen. Het zou theoretisch best kunnen dat de bijen de weg naar de korf niet meer terug kunnen vinden; dat daar een oorzaak ligt van de verzwakking van de volken en de verdwijnziekte. Alleen: in veldproeven met bijen en hommels is van schade niets gebleken. Vandaar dat deze insecticiden toegestaan zijn. Het blijft natuurlijk mogelijk dat de gangbare toetsen en toelatingsprocedures voor de nieuwe generatie insecticiden niet meer voldoen. Toelatingsinstanties zien dat ook. In een internationale commissie wordt nu bezien of aanpassingen nodig zijn. Ik vind dat ook moet worden gekeken hoe insecticiden die afzonderlijk misschien niet schadelijk zijn, in de natuur als cocktail op elkaar inwerken."

    Inmiddels worden via de petitie 'Stop de bijensterfte' handtekeningen verzameld voor een onmiddellijk verbod op systemische gewasbeschermingsmiddelen. De petitie omvat daarnaast nog een aantal voorstellen, zoals bij vriendelijk groenbeheer en nestgelegenheid voor wilde bijen.

    PZC 30 juni 2009

    zaterdag 27 juni 2009

    Lindebladluis (wollige dopluizen)

    Vandaag viel mij op dat de lindebomen last hebben van IMG_0001 lindebladluis. Ze zuigen de plantsappen met hun zuigsnuit uit de bladeren van de lindebomen. Als afscheidingsproduct produceren luizen de honingdauw. Dit is een zoete, kleverig stof die bestaat uit uitwerpselen van dopluizen en druipen als druppels van de bladeren af, dan lijkt het wel alsof het motregent.

    De honingdauw wordt door bijen ingezameld en dat geeft aan de lindehoning zijn bijzondere smaak.

    In het voorjaar kunnen wij genieten van de heerlijke geur die  lindes verspreiden.IMG_0005

    Tussen mei en augustus en vooral bij warm weer dan worden de luizen extra actief. Dit ervaren we vaak als overlast, deze honingdauw komt dan terecht op straat of op auto´s.

    @Natuurgids

    woensdag 24 juni 2009

    Wilde eenden

    Wilde eenden hebben een handige truc om te zorgen dat hun eieren niet opgegeten worden door bunzingen, kraaien of ratten.

    Als ze onder normale omstandigheden even het nest moeten verlaten, wordt dat zorgvuldig afgedekt zodat de eieren aan het oog van vijanden onttrokken zijn. Als ze plotseling het nest moeten verlaten voor een onverwachte belager, worden de eieren onder gepoept met een buitengewoon stinkende substantie, die bij roofvijanden de lust om ze op te eten snel doet vergaan.


    Maar als de jongen eenmaal geboren zijn, ontstaat er een nieuwe fase in de strijd om het bestaan.
    Wilde eenden broeden meestal op de grond, maar niet aknotwilgltijd.  Soms kiezen de oudervogels de goot van een hoog gebouw of de kop van een knotwilg. Je vraagt je dan af: hoe landen de net geboren eendjes veilig op de grond? Want net als alle andere eenden zijn wilde eenden nestvlieders, die vlak na hun geboorte het nest definitief verlaten. Jongen die hoog boven het maaiveld geboren worden, moeten dus op één of andere manier op de grond belanden. De kleine eendjes laten zich gewoon vallen en dankzij hun donzige verenpak en geringe gewicht komen ze altijd op hun pootjes terecht. Het gebeurt ook wel dat moedereend ze in hun nekvel pakt en vliegend naar de grond brengt.

     
    Ze blijven niet lang op het land, want jonge eendjes trekken direct naar het water. Daar is voedsel en veiligheid. Voedsel bestaat uit allerlei delen van water- en oeverplanten. Vooral kroos is in trek. Er worden ook wel kleine waterdiertjes naar binnen geslobberd.
    Door hun voortdurende verblijf op het water zijn jonge eendjes tamelijk veilig voor vijanden die liever niet te watereend gaan, zoals vossen en kraaiachtigen. Maar meeuwen of ratten zijn in het water minstens even snel als op het land en vormen een belangrijke bedreiging. Bij gevaar duiken de eendjes pijlsnel onder, om dan onder water zwemmend de veiligheid van overhangende oevervegetatie op te zoeken. Het gevaar kan overigens ook van onder de waterspiegel komen. Snoeken en snoekbaarzen trekken de jonge eendjes soms onder water om ze op te slokken.

    pzc 17-6-09

    zondag 21 juni 2009

    Zeldzame nachtvlinders gespot in Biesbosch

    De werkgroep Vlinders en Libellen van de KNNV presenteert maandag 22 juni de resultaten van zeven nachtvlindertellingen die in de zomer van 2008 bij het Biesboschcentrum plaatsvonden. De inventarisatie is zeer succesvol geweest. Er zijn ruim 165 soorten gedetermineerd waarvaAkelei-uil (foto 1)n negen zeldzame tot zeer zeldzame soorten. Er werden in totaal 1236 vlinders gedetermineerd, een enorme diversiteit.
    De meest bijzondere waarneming is de Akelei-uil  Het is de enige waarneming in heel Nederland die sinds 1980 op waarneming.nl te vinden is.

    Een andere zeer bijzondere waarneming is deWitvlekbosrankspanner (foto 2),  Witvlekbosrankspanner  waarvan maar liefst zeven exemplaren werden waargenomen.
    Veel van de geïnventariseerde vlinders zijn gefotografeerd voordat ze werden vrijgelaten. Van deze foto's is een fraaie CD gemaakt, die tijdens de bijeenkomst door de KNNV aan het Biesboschcentrum wordt aangeboden.

    Opgepast, jonge vleermuizen!

    De jonge vleermuisjes krijgen begin juli hun eerste vlieglessen.jonge vleermuizen Met hun onbeholpen gefladder komen ze nogal eens per ongeluk een huis binnenvliegen omdat ze het in vlieggat naar hun 'huis' onder de nok missen. Of ze blijven aan een gevelmuur hangen.

    De gewone dwergvleermuis woont in groepjes van tien tot wel honderdvijftig vrouwtjes in de spouw of onder het dak, de grootoorvleermuis verkiest een ruime zolder in een kerk of herenhuis. De mannetjes leven alleen, of in kleine groepjes, en hebben met het opvoeden van de kleintjes niets van doen.
    In deze periode is de kans groot om een verdwaalde vleermuis te treffen.

    Op uitzonderlijk hete dagen zoeken de vleermuizen overdag verkoeling. Doe dan bij schemer het licht uit en het raam open. 's Nachts bij hevige regenval raken vleermuismoeders hun jong soms kwijt. Hang het jong bij schemer aan de gevel, zodat de moeder het kan terugvinden. Ontdekt u een vleermuiskolonie in huis, of vindt u een vleermuis, dan kunt u altijd eerst contact opnemen met uw gemeente. Deze behoren een meldpunt te hebben voor vleermuizen en vleermuisproblemen.

    Bij geen gehoor kunt u contact opnemen met een deskundige in de buurt vleermuis gevonden.

    PZC 17 juni 2009

    zaterdag 20 juni 2009

    Beestachtig

    Het gevederde volkje dat onze tuinen bewoont, Sperwer_met_prooikent hem als een te duchten gevaar.

    Vandaar ook dat er allerlei alarmerend gedrag optreedt zodra hij is ontdekt.

    De merel spant daarbij de kroon met zijn schelle waarschuwingsroep. Zodra deze zich laat horen, treedt er onder het vogelvolk een sfeer in van 'op je hoede zijn'. Het gekrakeel van het groepje mussen in de appelboom valt stil.

    De spanning is voelbaar. Zal hun aartsvijand, de sperwer, het opgeven of valt één van hen straks ten prooi aan de gevreesde klauwen?

    Intussen houdt de sperwer zich zoveel mogelijk schuil. Hoewel hij honger heeft - vandaag heeft hij al zo dikwijls vruchteloos getracht een prooi te verschalken - overziet hij de omgeving, vanaf zijn uitkijkpost in de dekking van het groen. Waakzaam en alert op elke mogelijke aanwezigheid van een slachtoffer. Beweegt die koolmees daar zich niet traag?

    Een volgend moment is de uitkijkpost verlaten en in pijlsnelle duikvlucht slaat de sperwer toe. Zijn slachtoffer is compleet overrompeld. De klap waarmee de roofvogel hem heeft geslagen, heeft hem buiten bewustzijn gebracht. Een scherpe beet in de nek maakt een einde aan verder lijden.

    Na zijn maaltijd slaat de sperwer geen acht meer op zijn omgeving. Verzadigd als hij is, neemt hij rustig de tijd zijn outfit in orde te brengen.

    Een tijdrovende bezigheid, die noodzakelijk is voor een volgende jachtvlucht. Hoe gladder het verenpak en hoe beter elke veervlag op de andere aansluit, hoe sneller hij tijdens de jacht kan zijn.

    Noodzaak, want te dikwijls blijft een aanval van de sperwer zonder succes. Talloze vogels zijn er, maar slechts een minuscuul deel van die grote aantallen is voor hem weggelegd als prooi. Hij moet het hebben van verzwakte of afgedwaalde dieren.

    Met de verzadiging van de sperwer is ook de rust weergekeerd.

    Voorlopig is het gevaar geweken. De mussen krakelen weer met elkaar, de koolmezen en pimpelmezen hervatten hun zang en de merels scharrelen weer door de tuin.

    PZC 17 juni 2009

    zondag 14 juni 2009

    Leeuwen in de Loonse en Drunense Duinen

    Met zijn met gif gevulde kaken en een plomp, borstelig lijf, is de mierenleeuw gedurende zijn drie jaar van zijn larvefase een agressief roofdier, met een vindingrijke manier om zijn prooi in een hinderlaag te lokken.mierenleeuwlarve

    Op een zonnige plaats, uit de wind en de regen, bakent dit sluwe roofdier met zijn poten een cirkel af in het losse zand. Hij beweegt zich achteruit en werkt in een spiraal. Hij blijft graven, gooit het uitgegraven materiaal eruit met zijn kop, totdat hij een trechtervormige kuil heeft gemaakt van ongeveer 7,5 cm breed en 5 cm diep.Mierenleeuw vangt mier

    De larve van de mierenleeuw blijft op de bodem, waarin hij zichzelf onderin verstopt. Het enige wat van deze kleine rover soms nog te zien is zijn de enorme grote kaken die net boven het zand uitsteken. Een argeloze mier valt in deze kuil en kan daar door de steile wanden niet snel genoeg uit komen. De larve van de mierenleeuw stort zich meteen op deze lekkernij. De stille getuigen van dit drama, de leeggezogen mieren, zijn regelmatig in de Loonse en Drunense Duinen te zien.

    MIERENLEEUW

    Een volwassen mierenleeuw leeft maar enkele weken. Na het paren legt het vrouwtje haar eitjes in zand en sterft dan.

    @Natuurgids

    woensdag 10 juni 2009

    Het (Drents) Krentenboompje

    Het Krentenboompje is vanuit Noord- Amerika ingevoerd. In Drenthe, Overijssel, Noord-Brabant, Zuid-Limburg en de Kempen verwildert. Het wordt ook wel Drents krent genoemd, ergens anders, noemt men hem gewoon krent.

    Het krentenboompje is in alle jaargetijden een lust voor het oog. Vanaf april, samen met het ontvouwen van de blaadjes, verschijnen de talloze witte bloemtrosjes, die druk bezocht worden door de bijen en andere insecten. De bladeren zelf zijn eerst licht bruinrood gekleurd, maar evolueren snel naar groen, waardoor de struik in de zomer een mooie kleur heeft, en die ook blijft behouden. Om In de herfst weer vlammend bruin- rood afscheid te nemen.

    Vroeger werden de bessen van de krentenboom gedroogd en in plaats van krenten (gedroogde druiven) in brood verwerkt. Vandaar de naam krentenboom. De bessen worden ook wel in pudding verwerkt of er wordt jam van gemaakt.krentenboompje

    Vogels zijn trouwens ook dol op de krenten. Als de krenten al wat langer aan de struik hangen, gaan ze gisten. Let maar een op! dat Spreeuwen en Merels soms dronken kunnen worden, dan verliezen ze hun evenwicht. Door de vogels heeft de krent een groot verspreidingsgebied gekregen. De zaden worden her en der uitgepoept.

    maandag 1 juni 2009

    Excursie door de Biesbosch

    Op 30 en 31 mei met de fluisterboot van het bezoekerscentrum Drimmelen.

    BZ

    Varen we naar het Benedenste Jannezand waar de wandeling begint.

    Start

    Eerst lopen we een stuk langs rietruigten en wilgenbossen met prachtige oude zwarte populieren die nu hun pluizige, kapok -achtige zaadjes in grote hoeveelheid laten vallen het lijkt als of het sneeuwt. Dan gaan we over een kreek waarover een smal bruggetje ligt we zien daar verschillende stadia van het wilgenhout. Het oudste niet meer gehakte hout aan de westkant is 35 jaar oud.

    wilgenbossen

    Dan lopen we door naar het bruggetje van St. Jan dat in de WO II een belangrijke functie had voor het verzet. Het diende, aan het einde van de oorlog, als verbindingsroute naar het reeds bevrijde Brabant.

    st jan

    Hier eindigt ook onze wandeling en varen via Middelgat van de plomp, Zijkgat, Stoomgat, Noordergat van de plompen over de Amer terug naar Drimmelen.

    terug

    @Natuurgids

    zondag 24 mei 2009

    Gaai op bezoek

    Sinds heden hebben we een  Gaai op bezoek die dol is op pinda’s. gaai1  De gaai (Garrulus glandarius), ook wel Vlaamse gaai genoemd, is een opvallend gekleurde kraaiachtige.

    gaai 4

    Verspreiding

    Deze vogel komt voor in het cultuurland en de bossen. Hij is over heel Europa verspreid met uitzondering van het hoge noorden. In nieuwbouwwijken zie je in eerste instantie vaak de ekster, naarmate de bomen en struiken in het openbaar groen en in tuinen groter worden, wordt deze langzaam aan verdrongen door de gaai.

    gaai 6

    Voedsel

    De eik is afhankelijk van de gaai voor het verspreiden van eikels: de gaai vervoert ze in zijn keel en tussen zijn snavel naar plaatsen met een zachte ondergrond, waarna hij ze in de aarde duwt. Zo legt hij een wintervoorraad aan. Hij vergeet alleen een aantal plekjes. Wat niet teruggevonden wordt, kan uitgroeien tot een nieuwe eik. Om deze reden wordt de gaai ook wel 'de grootste bosbouwer' genoemd. De Duitse naam voor de gaai (Eichelhäher) typeert het gedrag.

    @Natuurgids

    zaterdag 23 mei 2009

    Zwerftocht door de Biesbosch

    Vanmorgen om 10.30 uur naar het bezoekerscentrum om van daaruit een excursie te geven in de Biesbosch. bzc1

    We gaan met de fluisterboot de Amer over en leggen aan bij het bruggetje van St. Jan.

    Op het Benedenste Jannezand zijn enkele grienden die door vrijwilligers nog bijgehouden worden. bjz

    Het wilgenschuimbeestje (ook wel spuugbeestje genoemd) trekt in mei grote groepen spreeuwen aan. Ze zijn een ware lekkernij, nu ze zich niet meer verhullen in hun zelf geproduceerde schuimklodders.sb

    De groene kikkers lieten zich van alle kanten horen.

    grk

    @Natuurgids